openSUSE Leap 42.2 Uitgavenotities openSUSE Leap is een vrij en op Linux gebaseerd besturingssysteem voor uw PC, laptop of server. U kunt op het web surfen, uw e-mailberichten en foto's beheren, kantoorwerk doen, video's of muziek afspelen en veel plezier hebben! Publicatiedatum: 2016-11-09 , : 42.2.20161108 1 Installatie 2 Systeemopwaardering 3 Algemeen 4 Meer informatie en terugkoppeling De uitgavenotities zijn voortdurend in ontwikkeling. Om de laatste wijzigingen te vinden, kijk naar de online versie op https://doc.opensuse.org/release-notes . De Engelse uitgavenotities worden bijgewerkt wanneer dat nodig is. Vertaalde versies kunnen tijdelijk niet compleet zijn. Als u opwaardeert van een oudere versie naar de Leap-uitgave van openSUSE, kijk dan naar de vorige uitgavenotities hier: http://nl.opensuse.org/ openSUSE:Release_Notes. Informatie over het project is beschikbaar op http://opensuse.org. To report bugs against this release, use the openSUSE Bugzilla. For more information, see http://en.opensuse.org/Submitting_Bug_Reports. 1 Installatie Deze sectie bevat installatie-gerelateerde notities. Voor gedetailleerde upgrade instructies, bekijkt u de documentatie op https://doc.opensuse.org/ documentation/leap/startup/html/book.opensuse.startup/part.basics.html. 1.1 Minimale systeeminstallatie Om er voor te zorgen dat sommige grote aanbevolen pakketten niet geïnstalleerd worden, gebruikt het patroon voor minimale installaties een ander patroon dat in conflict is met ongewenste pakketten. Dit patroon, patterns-openSUSE-minimal_base-conflicts kan verwijderd worden na installatie. Merk op dat de minimale installatie standaard geen firewall heeft. Als u er een nodig hebt, installeer dan SuSEfirewall2. 1.2 UEFI—Unified Extensible Firmware Interface Alvorens openSUSE te installeren op een systeem dat opstart met UEFI (Unified Extensible Firmware Interface), wordt u dringend aangeraden om te controleren op firmware-updates aanbevolen door de maker van de hardware en, indien beschikbaar, zo'n update te installeren. Een vooraf geïnstalleerde Windows 8 is een sterke aanwijzing dat uw systeem opstart met UEFI. Achtergrond: Sommige UEFI firmware heeft bugs die het laten breken als teveel gegevens naar het opslaggebied van UEFI wordt geschreven. Er zijn echter geen heldere gegevens over hoeveel "teveel" is. openSUSE minimaliseert het risico door niet meer weg te schrijven dan het noodzakelijke minimum nodig om het besturingssysteem op te starten. Het minimum betekent het aan de UEFI-firmware vertellen van de locatie van de openSUSE-bootloader. Bovenstroomse functies van de Linux-kernel, die het UEFI-opslaggebied gebruikt voor opslag van opstart- en crashinformatie (pstore), zijn standaard uitgeschakeld. Niettemin is het aanbevolen om elke firmware-update die de maker van de hardware aanbeveelt, uit te voeren. 1.3 UEFI-, GPT- en MS-DOS-partities Samen met de EFI/UEFI-specificaties is er een nieuwe manier van partities maken gekomen: GPT (GUID Partition Table). Dit nieuwe schema gebruikt globaal unieke identifiers (128-bit waarden getoond in 32 hexadecimale tekens) om apparaten en typen partities te identificeren. Bovendien staat de UEFI-specificatie ook verouderde MBR (MS-DOS)-partities toe. De Linux-bootloaders (ELILO of GRUB2) proberen automatisch een GUID voor deze ouderwetse partities aan te maken en schrijven ze naar de firmware. Zo'n GUID kan frequent wijzigen, wat opnieuw schrijven in de firmware veroorzaakt. Herschrijven bestaat uit twee verschillende bewerkingen: verwijderen van het oude item en aanmaken van een nieuw item dat de eerste vervangt. Moderne firmware heeft een garbage-collector die verwijderde items verzameld en het voor oude items gereserveerde geheugen vrijmaakt. Er ontstaat een probleem wanneer defecte firmware dit niet verzamelt en deze items niet vrijmaakt; dit kan eindigen met een systeem dat niet opgestart kan worden. Er omheen werken is eenvoudig: converteer de verouderde MBR-partitie naar GPT. 1.4 Nouveau 3D/DRI stuurprogramma kan KDE toepassingen laten crashen Met openSUSE Leap 42.2 is het stuurprogramma Nouveau Mesa/DRI voor 2D/3D rendering als experimenteel beschouwd. Het stuurprogramma Nouveau kernel/KMS en het stuurprogramma Nouveau X.org/DDX voor 2D rendering worden toch als stabiel beschouwd. Wanneer het stuurprogramma Nouveau Mesa/DRI in gebruik is, kan het zijn dat sommige KDE en Qt toepassingen crashen. Het stuurprogramma zit nu in een apart pakket, genaamd Mesa-dri-nouveau, dat is te verwijderen bij problemen. Zonder dat het stuurprogramma is geïnstalleerd, is er dus geen ondersteuning voor hardware 3D versnelling op elke Nvidia GPU en geen 2D versnelling op nieuwere Nvidia GPU's die Glamor voor snelle 2D bewerkingen gebruiken. Kernel-modus-instelling en basis 2D zijn nog steeds beschikbaar, evenals 2D versnelling via EXA op GPU's van de Nvidia GPU generatiecode - genaamd Kepler (geïntroduceerd in 2012) en eerder. 3D bewerkingen worden ondersteund via software rendering. Voor meer informatie, zie de bugrapporten op https://bugs.freedesktop.org/ show_bug.cgi?id=91632 en https://bugzilla.opensuse.org/show_bug.cgi?id=1005323. 2 Systeemopwaardering Dit gedeelte bevat aantekeningen in verband met upgraden van het systeem. Voor gedetailleerde upgrade instructies, bekijk het document op https:// doc.opensuse.org/documentation/leap/startup/html/book.opensuse.startup/ cha.update.osuse.html. 2.1 Opwaardering vanaf openSUSE Leap 42.1 2.1.1 Verwijderde en vervangen pakketten De volgende pakketten zijn verwijderd of vervangen vergeleken met openSUSE Leap 42.1: • arista: vervangen door transmageddon. • cadabra: de broncode bouwt niet meer. De opvolger Cadabra 2 is nog niet stabiel. • dropbear: verwijderd omdat er geen relevante voordelen zijn boven openssh. • emerillon: vervangen door gnome-maps. • gnome-system-log: vervangen door gnome-logs. • hawk: vervangen door hawk2. • ksnapshot: vervangen door spectacle. • labplot: Labplot is vervangen door zijn Qt5 versie, genaamd labplot-kf5. Als u opwaardeert vanaf een openSUSE Leap 42.1 installatie waarop labplot is geïnstalleerd, dan krijgt u het labplot-kf5 automatisch. • psi: vervangen door psi+. • python-moin: vervangen door moinmoin-wiki. Puur een hernoeming, geen versie opwaardering - een virtueel identieke inval-vervanging. • seamonkey: de broncode compileert niet langer. Als u eerder een gebruiker van Seamonkey was, schakel dan in plaats daarvan om naar Mozilla Firefox en Mozilla Thunderbird. • ungifsicle: vervangen door gifsicle. • xchat: vervangen door hexchat. 2.1.2 /var/cache op een eigen subvolume voor snapshots en rollback /var/cache bevat heel wat vluchtige gegevens, zoals de cache van zypper met RPM-pakketten in verschillende versies voor elke keer bijwerken. Als resultaat van opslag van gegevens die meestal overbodig en zeer vluchtig zijn kan de hoeveelheid schijfruimte die een snapshot bevat zeer snel toenemen. Om dit op te lossen wordt /var/cache naar een apart subvolume verplaatst. Op verse installaties van openSUSE Leap 42.2 wordt dit automatisch gedaan. Om een bestaand root-bestandssysteem te converteren, voert u de volgende stappen uit: 1. Zoek uit wat de apparaatnaam is van het root-bestandssysteem (bijvoorbeeld, /dev/sda2 of /dev/sda3): df / 2. Bepaal wat het ouder-subvolume is van alle andere subvolumes. Voor openSUSE 13.2 installaties is dit een subvolume genaamd @. Om te controleren of u een @ subvolume hebt, gebruik: btrfs subvolume list / | grep '@' Als de uitvoer van dit commando leeg is, dan hebt u geen subvolume genaamd @. In dat geval kunt u mogelijk verder gaan met subvolume ID 5 die was gebruikt in oudere versies van openSUSE. 3. Koppel nu het gevraagde subvolume aan. □ Als u een @ subvolume hebt, koppel dat subvolume aan naar een tijdelijk aankoppelpunt: mount /dev/ -o subvolid=5 /mnt □ Als u geen @ subvolume hebt, koppel subvolume ID 5 in plaats daarvan aan: mount /dev/ -o subvolid=5 /mnt 4. /mnt/var/cache kan al bestaan en zou dezelfde map kunnen zijn als /var/ cache. Om verlies van gegevens te voorkomen, verplaats het: mv /mnt/var/cache /mnt/var/cache.old 5. Maak een nieuw subvolume aan: btrfs subvol create /mnt/var/cache 6. Als er nu een map /var/cache.old is, verplaats het naar de nieuwe locatie: mv /var/cache.old/* /mnt/var/cache Als dat niet het geval is, die in plaats daarvan: mv /var/cache/* /mnt/var/cache/ 7. Verwijder eventueel /mnt/var/cache.old: rm -rf /mnt/var/cache.old 8. Koppel het subvolume af van het tijdelijke aankoppelpunt: umount /mnt 9. Voeg een regel toe aan /etc/fstab voor het nieuwe /var/cache subvolume. Gebruik een bestaand subvolume als een sjabloon om te kopiëren. Ga na dat de UUID niet is veranderd (dit is de UUID van het root-bestandssysteem) en wijzig de naam van het subvolume en zijn aankoppelpunt consistent met /var/ cache. 10. Koppel het nieuwe subvolume aan zoals gespecificeerd in /etc/fstab: mount /var/cache 2.1.3 Het Synaptics X stuurprogramma kan de ervaring met het touchpad onder GNOME verminderen In Leap 42.1 was het Synaptics X stuurprogramma (pakket xf86-input-synaptics) standaard geïnstalleerd, maar had een lagere prioriteit dan het libinput stuurprogramma (xf86-input-libinput). Beginnen met Leap 42.2: • Het Synaptics X stuurprogramma is niet langer standaard geïnstalleerd. • Als het Synaptics X stuurprogramma is geïnstalleerd zal het de voorkeur hebben voor elk touchpadapparaat. • Het Synaptics X stuurprogramma wordt niet langer ondersteund door GNOME. Dit betekent dat wanneer het stuurprogramma is geïnstalleerd, Synaptics touchpads alleen geconfigureerd kunnen worden tot zover als een basis muis kan worden. Tenzij u een Synaptics touchpad gebruikt en u hebt een grote hoeveelheid aanpassingen voor het Synaptics stuurprogramma, verwijder het pakket van uw systeem: sudo zypper rm xf86-input-synaptics 2.2 Opwaardering vanaf openSUSE 13.2 De volgende notities zijn van toepassing op opwaarderen vanaf openSUSE 13.2 of ouder. Vergeet niet ook de informatie geleverd in de paragraaf “Opwaardering vanaf openSUSE Leap 42.1” te lezen. 2.2.1 Netwerkinterfacenamen Let er bij het opwaarderen van een machine op afstand van openSUSE 13.2 op dat de netwerkinterfaces de correcte naam hebben. openSUSE 13.2 gebruikt zogenaamde voorspelbare netwerkinterfacenamen (bijvoorbeeld enp5s0), waar openSUSE Leap 42.1 gebruik maakt van permanente interfacenamen (eth0). Na het opwaarderen en opnieuw opstarten is het dus mogelijk dat de netwerkinterfacenamen zijn gewijzigd. Dat kan ertoe leiden dat u niet meer in uw systeem binnen kan. Om dit hernoemen te vermijden kan u, voordat u het systeem herstart, het volgende commando uitvoeren voor elk van de netwerkinterfaces: /usr/lib/udev/udev-generate-persistent-rule -v -c enp5s0 -n enp5s0 -o /etc/udev/rules.d/70-persistent-net.rules Vervang enp5s0 door de naam van uw netwerkinterface. 2.2.2 Btrfs: Lek in schijfruimte na terug rollen van systemen openSUSE 13.2 gebruikte een Btrfs partitie-indeling die toestond dat schijfruimte permanent bezet werd met vastgekoekte, niet toegankelijke inhoud nadat het eerste teruf rollen van het systeem was uitgevoerd. Dit probleem met indeling is gerepareerd in openSUSE Leap 42.1. Deze reparatie kan echter alleen worden toegepast op nieuw geïnstalleerde systemen. Als u een upgrade uitvoert vanaf openSUSE 13.2 is het onmogelijk om het bestandssysteem te converteren naar de nieuwe indeling, maar is het wel mogelijk de verloren ruimte terug te halen. 1. Koppel het aanvankelijk root bestandssysteem aan: mount /dev/ -o subvolid=5 /mnt 2. Alle bestanden onder /mnt die zich niet in een subvolume bevinden verwijderen: find /mnt -xdev -delete 3. Koppel het bestandssysteem opnieuw af: umount /mnt 2.2.3 Afdruksysteem: verbeteringen en incompatibele wijzigingen CUPS versie-opwaardering naar 1.7 Vergeleken met CUPS 1.5 in openSUSE 13.2 introduceert CUPS 1.7 enige grote wijzigingen die het nodig kunnen maken om handmatige aanpassingen te doen aan de configuratie. • PDF is nu het standaardformaat voor afdrukken in plaats van PS. PostScript-printers hebben daarom nu ook een filter-driver nodig voor het afdrukken. Zie https://en.opensuse.org/Concepts_printing voor details. • Het netwerkprinter ontdekkingsprotocol is gewijzigd. De standaardmethode voor het ontdekken van netwerkprinters is nu gebaseerd op DNS-dienstontdekking (DNS-SD, dus via Avahi). De cups-browsed-dienst van het cups-filters-pakket kan gebruikt worden om oude en nieuwe protocollen te verbinden. Zowel cupsd als cups-browsed moeten worden uitgevoerd om "verouderde" cliënten printers te laten ontdekken (dit omvat LibreOffice en KDE). • De standaardversie van het IPP-protocol is gewijzigd van 1.1 naar 2.0. Oudere IPP-servers zoals CUPS 1.3.x (bijvoorbeeld in SUSE Linux Enterprise 11) weigeren IPP 2.0-verzoeken met Bad Request (zie http://www.cups.org/ str.php?L4231). Om af te drukken naar oude servers moet de versie van het IPP-protocol expliciet gespecificeerd worden door /version=1.1 toe te voegen aan ofwel: □ De ServerName-instellingen in client.conf (bijvoorbeeld ServerName oude.server.voorbeeld.be/version=1.1). □ De CUPS_SERVER-omgevingsvariabele. □ De servernaamwaarde van de -h-optie van de commandoregelhulpmiddelen, bijvoorbeeld: lpstat -h oude.server.voorbeeld.be/version=1.1 -p • Sommige afdrukfilters en back-ends zijn verplaatst van het cups-pakket naar het cups-filters-pakket. • Sommige configuratiedirectives van cupsd.conf zijn gesplitst in cups-files.conf (zie http://www.cups.org/str.php?L4223, CVE-2012-5519 en https://bugzilla.opensuse.org/show_bug.cgi?id=789566). • CUPS-banners en de CUPS-testpagina zijn verplaatst van het cups-pakket naar het cups-filters-pakket (zie http://www.cups.org/str.php?L4120 en https:// bugzilla.opensuse.org/show_bug.cgi?id=735404). 3 Algemeen Deze sectie geeft een lijst met algemene problemen met openSUSE Leap 42.2 die niet in een andere categorie zijn onder te brengen. 3.1 KDE software voor beheer van persoonlijke informatie (KDE PIM) openSUSE Leap 42.2 levert twee versies van de KDE PIM (Kontact, KMail, etc.) suite: • De oudere 4.x versie • De versie gebaseerd op KDE Frameworks 5 KDE PIM 4.x wordt niet langer ondersteund door KDE, maar is behouden om te vermijden dat de workflow van gebruikers wordt verstoord. De twee versies van KDE PIM zijn niet naast elkaar te installeren. Sommige software, zoals KNode (package knode) vereist de oudere 4.x versie en zal verwijderd worden bij installatie van een pakket uit KDE PIM 5.x (bijvoorbeeld het pakket kmail5). KDE PIM 4.x zal verwijderd worden in de volgende versie van openSUSE Leap. U wordt daarom aangemoedigd om om te schakelen naar de nieuwe 5.x versie. Op dit moment worden niet alle instellingen gemigreerd uit de oude versie. Voor meer informatie, zie het bugrapport op https://bugzilla.opensuse.org/ show_bug.cgi?id=1001872). 4 Meer informatie en terugkoppeling • Lees de README-documenten op het installatiemedium. • Bekijk een gedetailleerde log met informatie over wijzigingen over een specifiek pakket uit de RPM: rpm --changelog -qp BESTANDSNAAM.rpm Vervang BESTANDSNAAM door de naam van de RPM. • Controleer het bestand ChangeLog op het topniveau van het installatiemedium voor een chronologische log van alle wijzigingen gemaakt aan de bijgewerkte pakketten. • Meer informatie in de map docu op het installatiemedium. • https://doc.opensuse.org/ bevat extra of bijgewerkte documentatie. • Bezoek https://www.opensuse.org voor het laatste productnieuws van openSUSE. Copyright © 2016 SUSE LLC Bedankt voor het gebruiken van openSUSE. Het team van openSUSE. © 2016 SUSE